Krachtvoer versus ruwvoer oftewel koolhydraten versus vetten.
- At september 28, 2014
- By Judith van Neer
- In Blog
0
![](http://www.vital-equine.nl/wp-content/uploads/2014/07/parddeken.jpg)
Als sportmasseuse voor paarden loop ik geregeld tegen problemen aan die voeding gerelateerd zijn. Nog vaak wordt er onvolledig en slecht uitgebalanceerd gevoerd waardoor het paard niet in staat is zijn lichaam gezond te houden.
Krachtvoer versus ruwvoer oftewel koolhydraten versus vetten.
In de dunne darm van het paard worden zetmeel, vet en eiwitten verteerd. Wanneer paarden teveel zetmeel (zoals grote porties krachtvoer) krijgen kunnen de enzymen in de dunne darm niet voldoende verteren waardoor dit onverteerde zetmeel zal doorstromen naar de dikke darm. De miljarden micro-organismen in de blinde en dikke darm leven in een evenwicht met elkaar en zijn niet gewend om een grote hoeveelheid zetmeel te verteren waardoor het evenwicht verstoord raakt. Dit kan resulteren tot overproductie van zuren, zoals melkzuur en/of gas, die kunnen leiden tot koliek of hoefbevangenheid.
Zetmeel en de overige koolhydraten worden afgebroken tot glucose. Zodra dit in het lichaamsweefsel terecht is gekomen kan het omgezet worden in energie, of in glycogeen of vet voor energie opslag. De energie kan direct gebruikt worden of de opgeslagen energie kan op een later tijdstip worden aangesproken.
Een belangrijk aandeel aan voedingsstoffen haalt een paard uit de fermentatie van ruwvoer dat voornamelijk plaatst vindt in de blinde en dikke darm wat gedaan wordt door bacteriën. Die maken er vluchtige vetzuren van waarna ze omgezet kunnen worden in energie of vet. Hierdoor kunnen paarden in principe leven op uitsluitend ruwe vezelrijke voedermiddelen.
Vezels zijn langzaam verteerbaar en geven het paard continue energie die gebruikt kan worden over een langere periode.
De manier waarop de spieren van het paard energie gebruiken is afhankelijk van de aard van de energiebron. Bij een paard dat vooral koolhydraten krijgt zullen de spieren zich optimaliseren voor een meer kortstondige, maar felle verbranding. Het gevolg is vaak een paard dat “hyper” reageert (herkenbaar?) en/of stijve en pijnlijke spieren heeft.
terwijl een paard dat vet als brandstof gebruikt zijn energie gelijkmatiger verbruikt en zich dus minder nerveus opstelt maar veel langduriger zijn energie blijft behouden.
Koolhydraatverbranding (anaeroob) kan bij gebrek aan voldoende zuurstof tot verzuring van de spieren leiden. Dit verzuren is echter per definitie onmogelijk bij de verbranding van vet omdat het verbrandingsproces hier op aërobe ( met zuurstof) plaats vindt.
Paardeneigenaren denken al vaak dat een paard (veel) krachtvoer nodig heeft. Toch kunnen veel paarden zeer goed vooruit met voldoende ruwvoer ( ca 1,2-1,5 kg per 100 kg LG per dag ) in combinatie met een vitaminen en mineralen aanvulling.
Voor magere paarden die weinig energie hebben zou je kunnen kiezen voor onbeperkt ruwvoer met extra vet/olie.
Tijdens de opleiding van het paard zal de behoefte zeker wel eens veranderen en zal je het rantsoen moeten bijstellen, denk daarbij goed na over welke prestatie je paard moeten leveren en hoe zwaard dit daadwerkelijk is. Een echte kracht-piek prestatie komt weinig voor. De meeste trainingen zijn voor het paard snel een duur prestatie waarvoor spiercellen dus vetzuren kiezen als verbranding.
Lees ook: paard en voer
bron: voervergelijk, Anneke Hallebeek, paard natuurlijk.